Zijn collega’s vragen zich regelmatig af hoe Tim Paardekoper het ‘allemaal bij elkaar gescharreld krijgt’, maar zelf noemt hij de functiemix in zijn werk blijmoedig “vrij complex en uitdagend.” Om er meteen aan toe te voegen: “Ik haal er veel energie uit!” Die functiemix ziet er als volgt uit: Tim is docent aardrijkskunde op het ’s Gravendreef College in Leidschendam/Leidschenveen; informatievoorzieningscoördinator ICT en innovatie op diezelfde school; praktijkdocent op de praktijkdagen van de Haagse Opleidingsschool (hierna: HOS); en projectmedewerker innovatie bij het bestuursbureau van de scholengroep Spinoza, waar ook het ’s Gravendreef College onder ressorteert.
Op zichzelf is dat alles al meer dan genoeg om Tim Paardekoper het predicaat ‘hybride opleider’ toe te kennen, maar ook op de Hogeschool Rotterdam (hierna: HR) is hij geen onbekende, omdat hij al een paar jaar betrokken is bij curriculumontwikkeling aldaar. Hij legt uit hoe dat komt: “Tijdens de coronaperiode was ik gedetacheerd bij Schoolblocks, een ontwikkelaar van moderne leermiddelen. In die hoedanigheid maakte ik deel uit van het overleg tussen HR en HOS over hoe we de praktijkdagen van de HOS optimaal konden laten aansluiten op het curriculum van de hogeschool. We hebben het toen uitgebreid gehad over het ICT-gebruik: de studenten kregen daarover maar één of twee modules op de HR aangeboden – inmiddels zijn dat er gelukkig meer geworden. Maar toentertijd was die materie nog volop in ontwikkeling, en daarom hebben we modules gemaakt voor de HOS die voortborduurden op waar ze bij de HR stopten en waar ze verder niet aan toekwamen.”
Die broodnodige aanvullingen op het ICT-curriculum hebben onder meer betrekking op het digitaal toetsen en de interpretatie van de gegevens die daaruit voortvloeien. Complexe materie waar je, zoals Tim dat uitdrukt, “echt wel even mee aan de slag moet” om die bijvoorbeeld te kunnen doorvertalen naar een gedifferentieerd leerarrangement. Daarnaast speelt het nieuwe curriculum in op vragen als: wat doe je met Artificial Intelligence – AI? Hoe gebruik je dat in de klas? Wat doe je met andere nieuwe trends? Tim legt uit: “Dat inspelen op nieuwe trends is iets wat vooral op de HOS is opgepakt, maar we hebben er ook contact over met onze collega-opleidingsschool NOD Haaglanden. We proberen met hen te kaderen: wat doen jullie, wat doen wij, klopt dat nog een beetje, hoe past dat in de visie van de opleidingsschool? Het contact met de HR is nu een stuk minder frequent, maar we krijgen altijd inzage in hun curriculum, en ze zijn nog steeds bereid om met ons mee te denken: hier eindigen wij en daar zouden jullie op voort kunnen borduren.”
Maar ook de HR profiteert van de dubbelrol van zijn hybride opleiderschap, voegt Tim eraan toe: “Om een voorbeeld te noemen: HR-studenten moeten leerwerktaken uitvoeren. Maar er was niet echt een duidelijke leerwerktaak rondom het ICT-gebruik in de klas. Studenten werden onvoldoende uitgedaagd om er iets mee te doen. Samen met de instituutsopleider van de HR heb ik toen een leerwerktaak geschreven. Studenten moesten onderzoek doen naar het ICT-beleid op hun stageschool; welke ICT-arrangementen er waren; of er gebruik gemaakt werd van chromebooks op school; en dat soort zaken. Mede met de bedoeling om studenten bewust te maken van privacy-issues in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming, de AVG, en ze te stimuleren om de regelgeving van de school onder de loep te nemen: hoe kan en mag jij ICT gebruiken in de les? In plaats van zoals het voorheen ging: kies een app en probeer die maar eens in de klas uit.”
Of hybride opleiderschap ten goede komt aan de kwaliteit van het samen opleiden van aankomende docenten is voor Tim geen vraag, maar een weet. Maar er zijn wel een paar randvoorwaarden aan verbonden, zo benadrukt hij: “Je moet helder hebben wat de lerarenopleiding doet en wat er op de scholen kan en mag. Daar staat of valt het mee. Er is altijd wel overlap. Wat je alleen wel moet voorkomen is dat studenten het gevoel krijgen dat ze dingen dubbel doen. Dat ze op de hogeschool les krijgen over de didactiek en dan op de school daarover een soortgelijk college krijgen. Praktijkdagen van de opleidingsschool moeten complementair zijn aan wat ze op de hogeschool leren. Je moet ook in de gaten blijven houden dat je op de opleidingsschool werkt vanuit een specifieke visie, terwijl de lerarenopleiding breder opleidt. Van dat verschil moet je je bewust zijn.”
Tot slot wil Tim graag nog iets kwijt over de rol van instituutsopleiders: “Die rol mag je nooit onderschatten. Instituutsopleiders zorgen voor het succes van de opleidingsschool vanuit hun rol op de hogeschool. Als je mindere instituutsopleiders hebt, zul je als opleidingsschool navenant minder succesvol zijn.”
In deze reeks praktijkportretten lees je inspirerende verhalen van hybride opleiders die de verbinding leggen tussen onderwijs en praktijk. Ontdek hoe zij hun unieke ervaringen inzetten om het onderwijs te verrijken en de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Hieronder vind je een overzicht van alle praktijkportretten in deze serie.