PO

Praktijkvoorbeeld | Educatieve Master Primair onderwijs: in twee jaar startbekwaam

De Educatieve Master Primair Onderwijs (EMPO) is de eerste masteropleiding in Nederland die studenten in twee jaar tijd opleidt tot academische leraren basisonderwijs. Met de start van deze nieuwe opleiding in 2022 werd ook meteen het gelijknamige (aspirant) partnerschap Samen Opleiden gevormd. Channah Nieuwenhuis is programmaleider van dit partnerschap. Marieke Schuitemaker en Nathalie van Kesteren behoren tot de eerste lichting afgestudeerde EMPO-studenten.

De Educatieve Master Primair Onderwijs leidt studenten met een afgeronde universitaire bachelor in twee jaar tijd op tot startbekwame, bevoegde leraren primair onderwijs. Vier universiteiten,( Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam) hebben de handen ineen geslagen om deze master te ontwikkelen. Samen met 19 schoolbesturen in de Randstad vormen de vier opleidingsinstituten een partnerschap Samen Opleiden: de EMPO aspirant Opleidingsschool.

De praktijk

Meest in het oog springende verschil met de academische pabo is de duur van de opleiding; de EMPO duurt twee in plaats van vier jaar. Maar ook de studentenpopulatie verschilt volgens Channah. “Omdat EMPO-studenten al een bachelor hebben gedaan zijn ze, meer dan studenten van de academische pabo, al gewend om academisch te denken. Ze zijn meestal ook wat verder in hun persoonlijke ontwikkeling en hebben vaak een beter beeld van wat zij willen of waar ze naar op zoek zijn.”

Omdat EMPO-studenten al een bachelor hebben gedaan, zijn ze, meer dan studenten van de academische pabo, al gewend om academisch te denken. Ze zijn meestal ook wat verder in hun persoonlijke ontwikkeling en hebben vaak een beter beeld van wat zij willen of waar ze naar op zoek zijn.”
Channah Nieuwenhuis, programmaleider

Inmiddels is duidelijk dat de opleiding in een behoefte voorziet, want sinds de start van de opleiding (2022-2023) is het aantal studenten in 2024-2025 – het derde bestaansjaar – gegroeid tot 69 studenten.

Zo ook Marieke en Nathalie die dit schooljaar allebei als startende leraar voor de klas staan. Voor hen kwam deze opleiding als geroepen. “Na mijn bachelor in een ander vakgebied wilde ik graag én een master én een opleiding doen om leraar in het basisonderwijs te worden”, vertelt Marieke. “Toen begon net deze master. Ik vond het enorm leuk om direct de theoretische kennis in de praktijk toe te passen.”

Ook voor Nathalie was het belangrijk dat de praktijk in deze opleiding een grote rol speelt. “Ik heb hiervoor de bachelor Pedagogische Wetenschappen gedaan. Ik vond dat heel interessant, maar het is wel erg theoretisch. Ik had er behoefte aan om de theorie te koppelen aan de praktijk. Daarom was de EMPO voor mij echt een perfecte opleiding.”

Voorwaarden

Dat EMPO-studenten zich in twee jaar tijd moeten ontwikkelen tot startbekwame leerkrachten is nieuw en vereist nogal wat van de scholen waar zij stage lopen. “We zijn op partnerschapsniveau bezig met de uitwerking van profielen waar de stagescholen minimaal aan zouden moeten voldoen”, vertelt Channah. “Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat het team open staat voor academische leerkrachten en moet er sprake zijn van een onderzoekscultuur of de behoefte om die te ontwikkelen.”

Volgens Channah is het niet eenvoudig om eisen te stellen, onder meer omdat er als gevolg van het lerarentekort weinig begeleidingsplaatsen zijn. Ook speelt binnen het partnerschap de vraag in hoeverre je eisen kunt stellen aan besturen die maar één of twee EMPO-studenten hebben. “Wij vinden dat er ook dan aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan en voeren hierover veel gesprekken met bestuurders, schoolopleiders en directeuren. De scholen willen dat trouwens ook wel, maar hebben soms wat meer tijd nodig. Als ze nu nog niet helemaal aan de voorwaarden kunnen voldoen, kunnen ze dat volgend jaar mogelijk wel. Ook zijn er besturen die wel mee willen doen in het partnerschap, maar die nu nog geen studenten willen omdat ze nog niet zo ver zijn. We merken ook dat het beter en makkelijker gaat als de leerkracht al een keer een EMPO-student heeft gehad.”

Wat ik heel fijn vond, is dat je altijd samen met een andere EMPO-student op de school wordt geplaatst, zodat je kunt overleggen en samen aan opdrachten kunt werken. Dus naast de begeleiders, heb je ook steun aan je stagemaatje.”
Marieke Schuitemaker, afgestudeerde EMPO-student

Marieke en Nathalie kijken positief terug op hun stageperiode. “Naast de leerkracht bij wie ik in de klas stage liep, kwam de schoolopleider regelmatig kijken in de klas”, vertelt Nathalie. “De begeleider van het instituut verzorgde intervisiebijeenkomsten, waarin we ervaringen uitwisselden en probeerden om de theorie en de praktijk bij elkaar te brengen. Dat vond ik heel leerzaam en prettig.”

“Wat ik heel fijn vond,” vult Marieke aan, “is dat je altijd samen met een andere EMPO-student op de school wordt geplaatst, zodat je kunt overleggen en samen aan opdrachten kunt werken. Dus naast de begeleiders, heb je ook steun aan je stagemaatje.”

Strategisch HR beleid

Omdat de afgelopen jaren is gebleken dat veel academische leraren het onderwijs relatief snel weer verlaten, heeft het partnerschap een ‘kwaliteitsgroep’ gevormd. In deze groep buigen kwaliteitsmedewerkers en HR-medewerkers van de besturen zich over de vraag wat besturen en scholen kunnen doen om deze leraren te boeien, te binden en te behouden voor het onderwijs.

Channah: “Deze werkgroep moet ervoor zorgen dat de taken die EMPO-studenten krijgen aansluiten bij wat ze kunnen en wat ze willen leren, maar ook dat besturen en scholen strategisch HR-beleid ontwikkelen zodat ze straks als onderwijsprofessionals tot hun recht komen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat stelt bijvoorbeeld eisen aan het taakbeleid, aan de wijze waarop het onderwijs is georganiseerd en aan de manier waarop de school werkt aan schoolontwikkeling en aan de kwaliteit van het onderwijs.”

Een goede leerkracht worden

Welke ambities en beelden hebben Marieke en Nathalie als zij denken aan hun loopbaan in het onderwijs? Marieke: “Ik wil allereerst een goede leerkracht worden en ben daar als starter nu vooral op gericht. Daarnaast heb ik de wens om me door te ontwikkelen, misschien binnen de universiteit of juist op school als intern begeleider. In deze opleiding heb ik daarvoor veel handvatten gekregen.”

“Ik weet nog niet precies wat ik straks naast het lesgeven wil gaan doen”, vult Nathalie aan. “Voor mij liggen er op dit moment genoeg uitdagingen in het lesgeven. Dat wil ik eerst goed in de vingers krijgen.”

Marieke en Nathalie zijn wat dit betreft exemplarisch, ziet Channah. “Tot onze blijdschap gaan bijna alle EMPO-studenten na de opleiding voor de klas staan, veelal fulltime. Ze hebben de behoefte om zich allereerst het lesgeven eigen te maken. In die zin denk ik dat deze opleiding bijdraagt aan de vermindering van het lerarentekort. En natuurlijk ook aan de kwaliteit van het onderwijs, want we leveren hele goede leerkrachten af; dat krijgen we ook terug van de scholen.”

We leveren hele goede leerkrachten af; dat krijgen we ook terug van de scholen. In die zin denk ik dat deze opleiding bijdraagt aan de vermindering van het lerarentekort. En natuurlijk ook aan de kwaliteit van het onderwijs.”
Channah Nieuwenhuis, programmaleider

Gerelateerde berichten