Hoe kunnen de instituutsopleider, de schoolopleider en de werkplekbegeleider elkaar aanvullen en versterken? Die vraag stond centraal tijdens het regionale congres Samen Opleiden & Professionaliseren in Rotterdam, georganiseerd door de partnerschappen AOS3R en BOSS PO. Zo’n 150 lerarenopleiders namen de drie opleidersrollen op een bijzondere manier onder de loep: zij speelden het spel Partnerschap als leerlandschap. Angelique de Bruin en Monique van der Helm doen verslag. Angelique is lid van het programmateam van beide partnerschappen en Monique is (bovenschools) schoolopleider en starterscoach bij Primo Schiedam.
“We wilden eens een andere werkvorm inzetten en het spelelement sprak ons erg aan”, vertelt Monique. “We hadden de verwachting dat het spel de deelnemers zou uitnodigen om elkaars perspectieven te delen en tot creatief denken te komen. En dat was inderdaad het geval.” “Daar was behoefte aan”, vult Angelique aan, “omdat uit de evaluaties van het Samen Opleiden bleek dat de verwachtingen van de verschillende opleidersrollen en de onderlinge afstemming voor veel collega’s onduidelijk waren. Aan de hand van het spel hebben de deelnemers van het congres daarover met elkaar het gesprek gevoerd.”
Gedurende zo’n anderhalf uur waren de deelnemers geconcentreerd bezig met het spel en waren zij intensief met elkaar in gesprek over de rollen van de verschillende actoren binnen het Samen Opleiden. “Het spel geeft sturing aan het gesprek en helpt je om de verschillende perspectieven naast elkaar te zetten en de overeenkomsten en verschillen daarin te vinden”, vertelt Angelique. “Wat daarbij helpt is dat het leerlandschap en de verschillende rollen visueel zijn gemaakt. “Het is wel belangrijk dat je dit goed voorbereidt en er vooraf over nadenkt wat je met het spel wilt bereiken, wat de gewenste opbrengst is”, zegt Monique. “Ook moet je de tijd nemen om het materiaal te verzamelen. Zeker als je het spel met zo’n grote groep speelt, is dat best een klus.”
Angelique en Monique zijn enthousiast over de opbrengsten van de activiteit. “Doordat het spel zes rollen van lerarenopleiders introduceert, hebben deelnemers een breder perspectief op de verschillende actoren ontwikkeld”, vertelt Angelique. “Er waren voor iedereen wel aspecten die nog niet eerder waren doordacht. We hebben door deze gesprekken dan ook meer zicht gekregen op de professionaliseringsbehoeften van de verschillende actoren.” “Door dit spel te spelen, en ieders perspectief te horen, zijn we elkaar beter gaan zien en begrijpen”, vindt Monique. “We hebben met name meer zicht gekregen op de rol van de werkplekbegeleider en hoe die van invloed is op de ontwikkeling van de student. Daarnaast is het besef versterkt dat we samen één taak hebben en elkaar nodig hebben om die goed uit te voeren.”
Angelique vindt dat je het spel goed kunt inzetten als kwaliteitsinstrument. “Omdat partnerschappen Samen Opleiden sterk in ontwikkeling zijn, zou het zinvol zijn om het spel over één of twee jaar weer te spelen.” “Wij hebben het inmiddels ook binnen Primo ingezet”, vertelt Monique. “Daardoor hebben we elkaar beter leren kennen in onze beroepsuitoefening. Wij zullen het spel dan ook vaker gaan gebruiken in trainingen en professionaliseringstrajecten.”
In deze reeks interviews delen professionals hun ervaringen met het spel Partnerschap als leerlandschap, dat is ontwikkeld door het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren. Dit spel ondersteunt partnerschappen in het onderwijs bij het evalueren en versterken van de samenwerking tussen de verschillende actoren binnen een leerlandschap. De gesprekken geven inzicht in hoe opleiders – van instituutsopleider tot werkplekbegeleider – elkaar kunnen aanvullen en versterken om (aanstaande) leraren optimaal te ondersteunen. Deze reeks biedt waardevolle praktijkverhalen van professionals die het spel inzetten voor reflectie, samenwerking en kwaliteitsverbetering binnen het partnerschap.
